Projecten 2020
Cel-vrije DNA Hodgkin Lymfoom
Categorie: apparatuur
Het Hodgkin Lymfoom (HL) en het diffuus grootcellig B-cel lymfoom (DLBCL) zijn de twee meest voorkomende vormen van lymfeklierkanker in de westerse wereld. De prognose van de patiënten wordt met name bepaald door de respons op de eerstelijns behandeling. Het meten van minimale rest ziekte (MRD) is sterk bepalend voor het al dan niet optreden van terugkeer van ziekte. Vrij in het bloed circulerend DNA afkomstig van de tumorcellen (circulerend tumor DNA, ctDNA) is in lymfeklierkanker en andere soorten van kanker een veelbelovende manier om de ziekteactiviteit van de tumor op een zeer gevoelige manier te meten, waarschijnlijk gevoeliger dan beeldvormende scans. CtDNA afkomstig van tumorcellen is vaak korter dan circulerend DNA van niet tumorcellen. Om de gevoeligheid van deze test verder te vergroten is het belangrijk om te selecteren op de grootte van het cel vrije DNA. Middels de aanschaf van specifieke apparatuur die dit mogelijk maakt kunnen verschillende lopende en toekomstige onderzoeksprojecten in de oncologie hiervan profiteren. Voor de aanschaf van het apparaat heeft Drs. W. Plattel een bedrag van €35.000 nodig.
Software ontwerpen + testen eigen UMCG Algoritmes
Categorie: apparatuur
Sinds enkele jaren digitaliseert de afdeling Pathologie tumorweefselcoupes. Deze digitale beelden maken het mogelijk om met gebruik van geavanceerde computertechnieken taken die voor pathologen lastig uitvoerbaar of tijdrovend zijn (zoals bijvoorbeeld het tellen van honderden cellen) uit te voeren. Voor veel onderzoeksvragen maken we inmiddels gebruik van deze computertechnieken om betrouwbare analyses te kunnen doen. Recentelijk is er software beschikbaar gekomen om met behulp van kunstmatige intelligentie zelflerende algoritmes te ontwerpen die kunnen helpen bij het beantwoorden van meer complexe vraagstellingen (bijvoorbeeld de invloed van de ligging van verschillende soorten ontstekingscellen in een tumorweefselcoupe op de reactie op een kankerbehandeling). Met de aanschaf van deze software kan Dr. B. van der Vegt met zijn team eigen algoritmes ontwerpen en testen om hiermee op termijn handvatten te bieden die het mogelijk maken behandeling beter te kunnen toespitsen op de individuele kankerpatiënt. Voor dit onderzoek is een bedrag van €35.000 nodig.
Longnodules longkanker
Categorie: lab/patiënt onderzoek
Longkanker is een van de meest vaak voorkomende en dodelijkste vormen van kanker wereldwijd. In de laatste jaren is veel onderzoek gedaan naar het vroegtijdig opsporen van longkanker door middel van CT scans van de long. Op deze scans worden afwijkingen verdacht voor kanker gezocht. Bij aanwezigheid van dit soort afwijkingen (‘longnodules’) moeten aanvullende onderzoeken, andere scans en ook een stukje weefsel van de afwijking (‘biopt’) worden genomen om de aard hiervan te kunnen beoordelen. Normaliter wordt een biopt met een naald van buitenaf door de borstkas heen afgenomen, soms is hier zelfs een kleine operatie voor nodig. Recentelijk is er echter een manier uitgevonden om met behulp van computerondersteunde navigatie (een soort ‘routeplanner’) deze longnodules vanuit de luchtpijp te kunnen bereiken. In tegenstelling tot de manier van buiten af, kan bij de nieuwe methode niet alleen een biopt worden genomen, maar kan ook direct ter plaatse gekeken worden naar hoe de afwijking op celniveau eruit ziet. Door de patiënt vooraf een soort contrastmiddel te geven, kunnen zelfs eigenschappen specifiek voor kanker beoordeeld worden. Aansluitend aan de lokale beoordeling, kan de afwijking, indien nodig, ook direct behandeld worden.

Invloed microbioom op leverkanker
Categorie lab/patiënt onderzoek
Ons microbioom (ook wel onze darmflora genoemd) heeft een grote invloed op ziekte en gezondheid. Veranderingen in de verhouding tussen honderden soorten bacteriën kunnen het risico op kanker vergroten of verkleinen. Daarnaast heeft het microbioom invloed op de effectiviteit van chemo- of immuuntherapie en op de ernst van bijwerkingen van kankerbehandeling. Het is daarom aannemelijk dat de behandeling van ons microbioom in de toekomst een belangrijk onderdeel van de behandeling van kanker zal gaan vormen. Hoe het microbioom deze invloed uitoefent is nog grotendeels onduidelijk. Omdat bacteriën in principe niet buiten de darm treden, wordt aangenomen dat stoffen die door bacteriën in de darm gemaakt worden en die vervolgens worden opgenomen in het bloed van de patiënt hier een belangrijke rol bij spelen. Dit principe is in mensen tot nu toe echter nauwelijks aangetoond, omdat het bloed (en dus de bacteriële producten daarin aanwezig) dat afkomstig is van de darm via de zogeheten poortader eerst wordt afgevoerd naar de lever in plaats van rechtstreeks naar de lichaamscirculatie. Deze poortader ligt diep in de buik en is normaal gesproken niet toegankelijk voor bloedafnames. Een uitzondering hierop vormen patiënten met leverkanker. In deze patiënten moet soms de poortader door de radioloog worden aangeprikt ter voorbereiding op de operatie waarbij het aangedane deel van de lever wordt verwijderd. Voor onze studie – een samenwerking tussen een groot aantal medisch specialisten in het UMCG – wil dr. W. Lexmond patiënten met leverkanker die een dergelijke ingreep ondergaan vragen of ze het bloed uit de poortader dat overblijft na de procedure mogen vergelijken met een monster van hun ontlasting. Via uitgebreide genetische en biochemische bepalingen kunnen we zo zien welke bacteriële stoffen daadwerkelijk uit de darm worden opgenomen. Hiermee hopen ze niet alleen meer te weten te komen over het ontstaan van leverkanker, maar eveneens te leren welke biologische principes bepalen hoe bacteriële stoffen via de darm worden getransporteerd. Kennis van deze principes is van grote waarde voor de ontwikkeling van interventies die gericht zijn op het veranderen van de samenstelling van de darmflora. Met de steeds duidelijker wordende rol van het microbioom in ziekte en gezondheid zullen deze inzichten niet alleen ten goede komen aan de behandeling van patiënten met verschillende soorten kanker, maar ook bijdragen aan betere preventie van kanker in de toekomst. Voor dit onderzoek is een bedrag van €32.100 nodig.Aneuploïdie
Categorie: kleiner project
Een normale menselijke cel heeft 46 chromosomen, die elke celdeling verdubbelen en dan eerlijk verdeeld worden over de twee nieuwe dochtercellen. Als dit verdelen fout gaat, kunnen er cellen ontstaan met een afwijkend aantal chromosomen. Dat noemen we aneuploïdie. Een afwijkend aantal chromosomen kan ernstige negatieve gevolgen hebben voor de gezondheid, bijvoorbeeld bij mensen met het syndroom van Down, waarbij patiënten een extra chromosoom 21 hebben. Aneuploïdie komt dan ook maar weinig voor in gezonde cellen. Kankercellen daarentegen zijn ‘dol’ op aneuploïdie: bij 75-90% van alle kankers hebben de cellen een chromosomenaantal dat afwijkt van de norm.
Protonentherapie hersentumoren
Categorie: kleiner project
Patiënten met hersentumoren worden vaak onder andere behandeld met radiotherapie. Bij radiotherapie wordt met straling geprobeerd de tumor te beschadigen. Radiotherapie is effectief omdat tumoren slechter tegen straling kunnen dan gezond weefsel. Toch is het onvermijdelijk dat de straling wel schade doet aan het gezonde weefsel en bijwerkingen veroorzaakt. In Nederland is protonentherapie geïntroduceerd omdat hiermee de stralingsdosis veel nauwkeuriger afgegeven kan worden dan bij de gebruikelijkere röntgenstraling en daarom minder bijwerkingen veroorzaakt. Van protonentherapie is bekend dat ze bij gelijke stralingsdosis gemiddeld meer schade doen aan zowel de tumor als aan gezond weefsel. In het maken van bestralingsplannen wordt daar rekening mee gehouden door de dosis op de tumor en de toegestane dosis op het normale weefsel met een factor 1.1 te verlagen. Echter blijkt uit preklinisch (i.e. radiobiologisch) onderzoek dat de verhoogde sensitiviteit voor protonen ten opzichte van röntgenstraling niet constant is, maar toeneemt naarmate de protonen een langere afstand afgelegd hebben en een lagere snelheid hebben.
Parasitair DNA meten
Categorie: kleiner project
Retrotransposons zijn zelf-replicerende stukken DNA die zich als parasieten binnen het menselijk genoom bevinden. LINE-1 is als enige hiervan nog binnen het menselijk DNA actief, en doordat deze zich gedurende de evolutie steeds heeft vermenigvuldigd bestaat ons DNA voor liefs ~17% uit LINE-1.
Gliobastoom
Categorie: kleiner project
De behandeling van patiënten met een glioblastoom (GBM) middels temozolomide (TMZ) is beperkt effectief. Een combinatie van TMZ en curcumine reduceert –in experimentele GBM modellen- groei, migratie, en invasief gedrag van het glioblastoom. Om het van nature beperkte transport van curcumine naar de hersenen te verbeteren, hebben we nanodeeltjes ontwikkeld die curcumine vanuit het bloed naar de hersenen kunnen brengen. Deze nanodeeltjes willen we in dit project in -van patiëntmateriaal afkomstige- GBM cellijnen en proefdiermodellen testen op veiligheid en effectiviteit, om de mogelijkheid tot toepassing van de nanodeeltjes in de kliniek te onderzoeken. Dit project kon inmiddels gefinancierd worden dankzij de Radiomaraton 2019, die georganiseerd werd door Douwe en Johanna!Borstkankeronderzoek
Categorie: apparatuur (etalage project)
Borstkanker is op dit moment de meest voorkomende kankersoort bij vrouwen. Ondanks dat er bepaalde soorten borstkanker goed behandelbaar zijn door middel van bijvoorbeeld hormoontherapie, zijn er ook typen borstkanker die minder gericht te behandelen zijn. Deze specifieke vorm van borstkanker wordt gekarakteriseerd door afwijkingen in de samenstelling van hun DNA, een eigenschap die mogelijk ontstaat doordat cellen moeite hebben met het verdubbelen van hun DNA tijdens de celdeling. Deze eigenschap van kankercellen is een goed aangrijpingspunt voor bepaalde medicijnen, die ingrijpen op deze moeite met het verdubbelen van het DNA.
Beweging en darmkanker
Categorie: etalage project

DNA onderzoek feochromocytomen
Categorie: kleiner project (etalage project)
Een gezwel van het bijniermerg wordt ook wel feochromocytoom genoemd. Feochromocytomen zijn tumoren die te veel stresshormonen (adrenaline, noradrenaline) maken. Dit kan zowel leiden tot acuut hartfalen op de korte termijn, als ook lange termijn schade geven aan het hart en de bloedvaten. Gemiddeld krijgen in Nederland 50 tot 100 patiënten per jaar zo’n feochromocytoom. Bij een groot deel van deze mensen (40-50%) is er sprake van een erfelijke aanleg.

Status
Totaal nodig: €