Projecten 2019


Gezond verder na kanker

Ieder jaar krijgen meer dan 100.000 mensen te horen dat ze een vorm van kanker hebben. Ruim 60% van hen overleven de ziekte, maar daarvan heeft tweederde nog jaren lang last van klachten die te maken hebben met de eerdere behandeling.

De patiënten die herstellen kunnen op latere leeftijd als gevolg van de kankerbehandeling nog vroegtijdig overgewicht ontwikkelen, type 2 diabetes en hart- en vaatziekten, maar ook psychische problemen en andere vormen van kanker. Al deze zogenaamd late effecten passen bij een beeld van vervroegde veroudering. Zowel chemotherapie als radiotherapie (bestraling) kunnen vele jaren na de behandeling nadelige effecten hebben.

Het is nog onbekend hoe de behandeling zorgt voor versnelde veroudering en wie er risico lopen om dit te ontwikkelen. Wellicht is cellulaire veroudering of senescence de oorzaak. Senescence wordt gedefinieerd als een situatie waarin de cel het vermogen heeft verloren om te delen in reactie op stress en schade (bijvoorbeeld ten gevolge van normale veroudering maar ook door kanker behandeling). Het aantal senescente cellen neemt toe met de leeftijd en wordt geassocieerd met verouderingsziekten zoals aderverkalking (atherosclerose) en Alzheimer. Dit komt omdat senescente cellen stofjes uitscheiden, welke leiden tot het ontstaan van een chronische ontsteking zoals bij aderverkalking.

UMCG Groningen, professor Hans Jonker

Dr. Hans Jonker, werkzaam bij kindergeneeskunde in het UMCG, wil hier onderzoek naar doen. Jonker verwacht dat senescence een belangrijk mechanisme is achter de ontwikkeling van de late effecten en vervroegde veroudering na chemotherapie en dat het selectief verwijderen van senescente cellen na een kanker behandeling met behulp van zogenaamde senolytica deze late effecten kan voorkomen of het ontstaan er van vertragen.  Jonker gaat twee verschillende modellen ontwikkelen, waarin de rol van senescence in de ontwikkeling van late effecten na kankerbehandeling bestudeerd kunnen worden. Met de opgedane kennis kunnen we late effecten naar we hopen de late effecten verminderen of, nog beter, voorkomen.

Voor het maken van deze modellen heeft hij €35.000 nodig. Helpt u mee om patiënten met kanker na behandeling gezond te houden? Doneer dan voor dit project o.v.v. Jonker 4901175.


Kansen voor hoofd-halskanker

Dr. Boudewijn Plaat is KNO-arts en doet wetenschappelijk onderzoek naar hoofd-halskanker. Plaat ziet dat patiënten met kanker die ontstaat in mond, keel en strottenhoofd (zgn. hoofd-hals kanker intensieve behandeling een slechte prognose houden. Er worden wel nieuwe behandelmethodes ontwikkeld, maar dit verbeterd de toekomstverwachting van patiënten niet.

Dr. Boudewijn Plaat

Niet alle hoofd-halstumoren reageren hetzelfde, daarom zou het heel waardevol zijn als het effect van een geplande behandeling buiten de patiënt, op het tumorweefsel van deze patiënt, al getest kan worden. De afgelopen drie jaar hebben in het UMCG vijf afdelingen intensief samengewerkt om hiervoor een model te ontwikkelen. Een model waarop nieuwe behandelingen kunnen worden getest op tumorweefsel in het laboratorium.

Na verschillende modellen te hebben ontwikkeld en beoordeeld, lijkt een nieuwe methode het meest succesvol. Hierbij groeien tumorcellen (verkregen uit biopten, hapjes weefsel, van een tumor van patiënten) binnen een paar dagen als klompjes aan elkaar en vormen er zich een soort kleine tumor orgaantjes (zgn. organoïden, zie afbeelding). Voordat we deze organoïden betrouwbaar op grotere schaal kunnen gebruiken in andere onderzoeken, moeten we bevestigen dat de gekweekte organoïden ook na 14-28 dagen nog vergelijkbaar zijn met de oorspronkelijke tumor. Dit kan door het erfelijk materiaal (DNA) van de gekweekte organoïden te vergelijken met het oorspronkelijke tumor DNA.

Hoewel dit relatief kostbaar is, wil Plaat deze stap wel nemen, want het is ongelooflijk belangrijk om te beslissen of deze organoïden bruikbaar zijn om (voor individuele patiënten) behandelingen buiten het lichaam te testen. Wanneer dit het  geval is, zal het ontwikkelen van nieuwe behandelmethodes op persoonsniveau bij patiënten met hoofd-halskanker een grote stap maken, zodat ook deze patiëntengroep betere vooruitzichten krijgen op herstel.

Voor €29.200 kan deze innovatie getest worden. Helpt u mee? U kunt doneren  voor dit project o.v.v. Plaat 4901176.


Celtypes onderscheiden

Weefsel- en celkweken van kankercellen vormen de basis van laboratoriumonderzoek om inzicht te krijgen in de biologische achtergrond van typen kanker. Onderzoekers kunnen bijvoorbeeld uit weefsel halen wat de groei van kankercellen bevorderd en welke immuun cellen de groei beïnvloeden. Met deze informatie worden nieuwe behandelingsmethodes en technieken ontwikkeld en getest.

Steven de Jong, hoogleraar medische oncologie, werkt samen met andere onderzoekers met fluorescerende markers (oplichtende herkenningspunten) om verschillende celtypes van elkaar te onderscheiden. Op die manier kan men de levendigheid en celdood van kankercellen en gezonde cellen vergelijken, worden cellen geteld en afbeeldingen gemaakt. Bij deze technieken is een goede beeldvorming en goede opslag van informatie buitengewoon belangrijk om efficiënt te kunnen werken en de resultaten te gebruiken bij presentaties en publicaties. De huidige fluorescentie microscopie  wordt zo intensief gebruikt, dat een extra microscoop noodzakelijk is. Knelpunten worden daarmee weggenomen en het onderzoek wordt vervolgens effectiever en slagvaardiger  uitgevoerd.

Bij de nieuwe microscoop kunnen ook extra filters geleverd worden, waardoor meer verschillende fluorescerende markers bekeken kunnen worden. De nieuwe microscoop zal ook beter in staat zijn om naar 3-dimensionaal groeiende celkweken te kijken. Resultaten met deze 3-dimensionale kweken lijken van belang te zijn voor een succesvolle vertaling van labonderzoek naar de patiënt in de kliniek. Een mooie stap om meer mogelijk te maken.

Voor de aanschaf van deze microscoop is een bedrag van €35.000 nodig. Dit project kon inmiddels gefinancierd worden door de Bedumer Winterloop 2019.


Gezond ouder na kanker

OncoLifeS is een biobank met gegevens. In deze biobank wordt patiëntmateriaal verzameld en opgeslagen om in de toekomst innovatief wetenschappelijk onderzoek mee te kunnen doen. Extra aandacht is er voor gezond ouder worden na kanker.

Er is al gebleken uit allerlei wetenschappelijk onderzoek dat bepaalde kenmerken van kankergezwellen van belang kunnen zijn om te voorspellen of een behandeling gaat werken. Dit betekent dat we beter weten welke behandeling bij een bepaalde patiënt ook echt het beste werkt.  De patiënt krijgt dan direct de beste behandeling.

Professor Truuske de Bock wil met haar team nu ook kleine stukjes snel bevroren weefsel op slaan in de biobank. Deze zijn niet eerst bewerkt. Dit ‘ruwe materiaal’ kan op een later tijdstip nog elke bewerking ondergaan. Om het materiaal op te kunnen slaan moeten de cupjes waar dit in bewaard wordt, vooraf gecodeerd worden om mee te kunnen in het registratiesysteem. De digitale code moet afgelezen kunnen worden en daarvoor is een Perception HD Camera scanner nodig met een software module in het registratiesysteem.  Met deze voorziening wordt de infrastructuur voor het opslaan en bewaren van materiaal verbeterd. Met het materiaal kunnen nieuwe innovaties om beter te overleven met en na kanker gerealiseerd worden.

Voor dit project is een bedrag van €18.578 nodig. Dankzij de Groningen Swim Challenge kon dit project gestart worden. Helpt u ook mee? U kunt doneren  voor dit project o.v.v. de Bock 4901173.


Beter met fluorescentie

Meningeomen zijn de meest voorkomende hersentumoren bij volwassenen, ongeveer een derde van alle gevallen. In Nederland krijgen jaarlijks 500! mensen de diagnose meningeoom te horen.  Menigeoom komt onder meer voor bij kinderen die kanker overleeft hebben. Bij hun ontwikkelt zich dan, als gevolg van de behandeling, op later leeftijd een meningeoom.

Alhoewel meningeomen meestal goedaardig zijn kunnen ze het omliggende hersenweefsel verdrukken, waardoor symptomen als epileptische aanvallen of uitval van een ledemaat ontstaan. Patiënten hebben de beste kans op genezing wanneer de tumor door de chirurg helemaal  verwijderd wordt en de neurologische functies in tact blijven. Wanneer het niet lukt en de meningeoom wordt onvolledig verwijderd, dan bestaat er een groot risico op terugkeer. Meestal is daarvoor aanvullende radiotherapie nodig, wat leidt tot verminderde kwaliteit van leven voor de patiënt. Het is daarom belangrijk dat het weghalen van het meningeoom door de chirurg verbeterd wordt.

Rob Groen is neurochirurg en hij wil daarom onderzoeken of het mogelijk is om tijdens de operatie het meningeoom te laten fluoresceren, zodat de neurochirurg beter onderscheid kan maken tussen het meningeoom en het gezonde hersenweefsel. Op die manier wordt de behandeling verbeterd en geneest de patiënt met behoud van kwaliteit van leven.

Voor de productie  van een tracer (het middel dat de fluorescerende stof bij het meningeoom brengt) is een bedrag van €35.000 nodig. Inmiddels is een eerste donatie voor dit  bijzondere project ontvangen, gedoneerd door de familie van Danny Bats die op 22 jarige leeftijd overleed aan de gevolgen van kanker. Helpt u ook mee? U kunt doneren  voor dit project o.v.v. Groen 4901177.


ATC weefsel verzamelen bij OncoLifeS

Anaplastisch schildkliercarcinoom (ATC) is een erg zeldzame vorm van schildklierkanker. Deze vorm heeft een zeer slechte prognose maar kan met een multidisciplinaire aanpak soms wel behandeld worden indien de diagnose op tijd wordt gesteld. Daarom bestaat in het UMCG sinds 2017 een zorgtraject, opgestart vanuit het expertise centrum Schildkliercarcinoom, bij verdenking ATC. In twee dagen worden alle onderzoeken gedaan en in het gespecialiseerde team besproken, zodat patiënten met behandelmogelijkheden direct kunnen starten met de behandeling.

Adriënne Brouwers is nucleair geneeskundige en wil samen met het team onderzoek doen naar  tumoreigenschappen. Om dit mogelijk te maken is wel het een en ander nodig. Van de patiënten in het zorgtraject moet ATC weefsel en kwaliteit van leven gegevens verzameld worden in kader van de biobank OncoLifeS. Hierdoor krijgen patiënten die nu bij diagnose al uitgezaaide ziekte hebben, in de toekomst de mogelijkheid om ook te profiteren van de nieuwste ontwikkelingen. Door het verzamelen van diverse kwaliteit van leven vragenlijsten binnen OncoLifeS, kunnen de specifieke behoeften en vragen die spelen bij deze patiëntgroep beter in kaart gebracht worden. Een ander doel is om met de mogelijke verbeterpunten die uit de analyses naar voren komen, als gespecialiseerd team aan de slag te gaan om ook op dit gebied de zorg voor deze patiëntengroep te verbeteren.

Tot op heden worden er in Nederland niet systematisch gegevens verzameld over patiënten met ATC, afgezien van de algemene statistieken van de kankerregistratie. Door aanvullende gegevens te verzamelen binnen de al bestaande infrastructuur van OncoLifeS in het UMCG, krijgen we de unieke mogelijkheid meer kennis over dir zeldzame en meestal dodelijke ziektebeeld op te doen.     

Voor dit project is een bedrag van €8.191 euro nodig. Dit is gefinancierd door de Bedumer Winterloop 2020. Helpt u ook mee? U kunt doneren  voor dit project o.v.v. Brouwers  4901181.


Stamceltherapie voor slokdarmkanker

De laatste jaren neemt het aantal patiënten waarbij schildklierkanker wordt geconstateerd sterk toe. Patiënten met schildklierkanker worden behandeld door het operatief verwijderen van de gehele schildklier. Helaas liggen de bijschildklieren dichtbij de schildklier die als gevolg van de operatie beschadigd kunnen raken of verwijderd kunnen worden. Schade aan de bijschildklieren en als gevolg daarvan tekort aan bijschildklierhormoon (iatrogene hypoparathyreoïdie) is de meest voorkomende complicatie van schildklierchirurgie. Patiënten met hypoparathyreoïdie, hebben levenslang behandeling met calcium en vitamine D nodig. Deze behandeling gaat vaak gepaard met vervelende bijwerkingen die een groot nadelig effect hebben op de kwaliteit van leven van de patiënt.

Om de kwaliteit van leven van patiënten met een tekort aan bijschildklierhormoon te verbeteren, wil professor Rob Coppes met zijn team een stamcel therapie ontwikkelen. Hiervoor moeten we allereerst de stamcellen isoleren van operatief verwijderd bijschildkliermateriaal om deze vervolgens in het laboratorium te vermeerderen. Dit kan uiteindelijk resulteren in bijschildklierhormoon producerende klompjes van bijschildkliercellen, zogenaamde organoïden. Wanneer deze bijschildklier organoïden vervolgens terug getransplanteerd worden in mensen met hypoparathyreoïdie, kunnen deze wellicht de uitscheiding van het bijschildklierhormoon herstellen. Vanwege de aanwezigheid van stamcellen zullen de organoïden in staat zijn zich te handhaven en langdurig bijschildklierhormoon produceren.

Voor dit project is een bedrag van €3.000 euro nodig. Door de Bedumer Winterloop 2020 kon dit project gefinancierd worden. Helpt u ook mee? U kunt doneren  voor dit project o.v.v. Coppes  4901178.


Afname overbehandeling en complicaties

Een zwelling in de schildklier is een veel voorkomende bevinding bij lichamelijk onderzoek. Om de klinische relevantie van de zwelling te bepalen zal er diagnostiek, zoals laboratorium en echografie van de hals, plaats vinden. Het afnemen van een dunne naald biopt, fine needle aspiration (FNA), is momenteel de beste en de meest definitieve methode om onderscheid te maken tussen goed en kwaadaardige zwellingen.

Dr. Schelto Kruijff

Met behulp van de Bethesda classificatie wordt op een schaal van 1 tot 6 de meest waarschijnlijke uitslag geclassificeerd, van 95% risico op een goedaardige knobbel tot 95% risico op een kwaadaardige knobbel. De Bethesda classificatie laat een zeer laag aantal foutieve bevindingen zien, echter wordt 20% van de uitslagen geclassificeerd als Bethesda III of IV. Deze uitslag betekent dat er geen zekerheid is of de zwelling goed of kwaadaardig is.

Alleen het ondergaan van een operatie leidt tot een definitieve diagnose. Deze operaties hebben ook nadelen, in 60-90% van de gevallen spreken we van overbehandeling. Deze patiënten hebben vanwege de operatieve overbehandeling een groter risico op complicaties zoals, beschadiging van de stembandzenuw en (bij)schildklierhormoon.Eerder onderzoek heeft aangetoond dat de receptor c-MET in 97% van de papillaire schildklier kankers sterk verhoogd is, vergeleken met gezond schildklierweefsel. Ook is uit eerder onderzoek gebleken dat het risico op lymfeklier metastase verhoogd is wanneer c-MET sterk verhoogd is.

Dr. Schelto Kruijff is samen met zijn team van plan om het c-MET profiel van de patiënt te bepalen door middel van de cellen afkomstig uit de dunne naald biopten. Wanneer dit c-MET profiel bekend is kunnen we de therapeutische strategie optimaliseren en personaliseren. Dit zal uiteindelijk leiden tot een afname in overbehandeling en complicaties.

Voor dit project is een bedrag van €3.000 euro nodig. Helpt u mee? U kunt doneren  voor dit project o.v.v. Kruijff  4901179.


Infecties en IC opnames voorspellen

Veel patiënten met een hematologische maligniteit (leukemie) ondergaan een intensieve behandeling met chemotherapie en vaak ook stamceltransplantatie. Een ernstige bijwerking van deze behandeling is dat de bloedcelvormende functie van het beenmerg tijdelijk wordt afgeremd. Hierdoor kunnen ook goede witte bloedcellen niet gevormd worden. En dat terwijl die juist essentieel zijn in de afweer tegen infecties. Een infectie zoals longontsteking ligt op de loer. Gevolg: van alle patiënten met acute myeloïde leukemie (AML), moet 20-25% gedurende de behandeling worden opgenomen op de intensive care (IC). De overlevingskans van deze patiënten is slecht 38% na 1 jaar. Het darmflora van de darm speelt een belangrijke rol in het optreden van infecties en wij denken dat een verandering van de darmflora t.g.v. chemotherapie het optreden van infecties en IC opname kan voorspellen. Snellere identificatie en tijdigere IC opname van patiënten voor wie IC behandeling potentieel levensreddend is verhoogd de kans op een goede uitkomst.

Dr. van den Bergh

Dr. van den Bergh wil samen met zijn team 40 patiënten die voor het eerst intensieve chemotherapie krijgen voor AML includeren in het UMCG en AMC. Bloed en ontlasting monsters worden afgenomen voorafgaand aan de chemotherapie, op het moment dat er koorts optreedt en op het moment van IC opname. Bij de circa 10 patiënten die worden opgenomen op de IC wordt altijd een longspoeling uitgevoerd om verwekkers van een longontsteking te achterhalen. In het kader van dit onderzoek wordt dan tevens een analyse verricht om te bestuderen of darmflora gerelateerd is aan de aanwezigheid van bacteriën in de long.

Indien patiënten met een hoog risico op IC opname vroegtijdig geïdentificeerd worden door veranderingen in hun darmflora kan IC opname sneller plaatsvinden waardoor de overlevingskans hoger wordt. Identificatie van patiënten die een hoog risico op complicaties hebben zorgt op termijn ook voor zorg op maat zoals minder intensieve chemotherapie of meer specifieke antibiotica.

Voor dit project is een bedrag van €33.000 euro nodig. Helpt u mee? Dit is een project waar het UMCG Kanker Researchfonds het geld niet heeft toegekend. Wanneer er geen geld binnenkomt d.m.v. giften, dan kan dit project niet worden uitgevoerd. U kunt doneren  voor dit project o.v.v. van den Bergh 4901167.

Facebooktwitter